Als een werkgever een contract voor bepaalde tijd met een werknemer is aangegaan, die langer dan 6 maanden duurt, dan moet de werkgever uiterlijk een maand vóór het einde schriftelijk aan de werknemer laten weten of zijn contract wordt verlengd. Dit heet aanzeggen. Doet een werkgever dat niet, dan kan de werknemer vergoeding van maximaal een maand salaris van de werkgever vorderen, ook als de werkgever de werknemer al tijdens een gesprek heeft medegedeeld dat het contract niet wordt verlengd. De Hoge Raad maakte dit duidelijk in zijn uitspraak van 7 oktober 2022.
Wat speelde er in deze zaak?
Een betonleverancier was een contract voor 6 maanden aangegaan met de werknemer tot 1 december 2019. Op 30 oktober 2019 liet de directeur van het bedrijf aan de werknemer tijdens een gesprek op kantoor weten dat zijn contract niet zou worden verlengd. De werknemer is daarom gaan solliciteren en had op 1 december 2019 een andere baan. Desondanks vorderde de werknemer van de werkgever één maandsalaris, omdat de werkgever de werknemer niet schriftelijk had geïnformeerd over het einde van zijn contract. Dit is wettelijk geregeld in art. 7:668 lid 1 en lid 3 BW.
Wat vond de kantonrechter?
De kantonrechter wees het verzoek van de werknemer af. De mededeling van de werkgever dat het contract van de werknemer zou worden verlengd was voor de werknemer duidelijk geweest. De werknemer had ook geen enkel nadeel daarvan ondervonden, omdat hij op tijd op zoek naar een andere baan was gegaan en die ook had gevonden. De kantonrechter vond het daarom onredelijk als de werkgever alsnog een vergoeding aan de werknemer zou moeten betalen.
Het oordeel van de Hoge Raad
Het Hof en de Hoge Raad oordeelden echter anders. Kort gezegd komt het erop neer dat nu eenmaal in de wet is bepaald dat een werkgever een vergoeding verschuldigd is aan de werknemer als de werkgever niet schriftelijk aanzegt dat zijn contract niet wordt verlengd. De wetgever heeft daarvoor bewust gekozen. Dat is een regel van dwingend recht, waarvan niet zomaar kan worden afgeweken, ook al was het voor de werknemer via een andere weg duidelijk dat zijn contract niet zou worden voorgezet en had hij geen nadeel geleden, omdat de werkgever hem niet schriftelijk heeft geïnformeerd.
Tip
Meestal zal het vervelend nieuws zijn voor een werknemer dat zijn contact niet wordt verlengd. Het ligt dan ook voor de hand dat de werkgever dat tijdens een persoonlijk gesprek met de werknemer bespreekt.
Na afloop is de werkgever echter verplicht om de aanzegging schriftelijk te bevestigen. Dat kan bijvoorbeeld door middel van een aangetekende brief, een email of een Whatsapp.
Om te voorkomen dat de werknemer zich later op het standpunt stelt dat hij de schriftelijke mededeling nooit heeft ontvangen, is het wel van belang dat de werkgever kan bewijzen dat de schriftelijke mededeling de werknemer ook daadwerkelijk heeft bereikt, bijvoorbeeld door middel van een bewijs van ontvangst van het postbedrijf. Als de werknemer echter een bevestigingsemail stuurt of Whatsapp toont een blauw vinkje bij het bericht van de werkgever, dan kan dit ook als bewijs gebruikt worden.
Meer lezen over de aanzegplicht?
Eerder schreef ik al een blog over de aanzegplicht en waar een werkgever op moet letten. Daarin leg ik verder uit hoe hoog de vergoeding is als een werkgever te laat aanzegt, welke uitzonderingen er op de aanzegplicht bestaan en wat een werkgever in de arbeidsovereenkomst kan regelen om het betalen van de vergoeding te voorkomen. Deze blog kunt u hier lezen.
Heeft u nog vragen?
Neem dan contact met mij of met één van de andere arbeidsrechtadvocaten van ScheerSanders Advocaten op.