Wie een onderneming drijft in de vorm van een eenmanszaak of als samen- werkingsverband tussen personen (de zogenaamde personenvennootschappen), staat in principe met zijn hele hebben en houden garant voor de verplichtingen van de onderneming. Bij ‘kapitaalvennootschappen’ B.V. en N.V. is dat anders. Dat zijn juridische, fictieve ‘rechtspersonen’, met eigen rechten en verplichtingen.
Net zoals een auto niet uit zichzelf rijdt, moeten ook rechtspersonen worden bestuurd door mensen: door één of meer bestuurders. Deze bestuurders dienen zich daarbij aan zekere ‘verkeersregels’ te houden. In tegenstelling tot het verkeersrecht, is de normenset die geldt voor bestuurders van kapitaal- vennootschappen niet altijd duidelijk en aan verandering onderhevig.
‘Open normen’
‘Rechts heeft voorrang’. Een simpele stelregel die voortvloeit uit een praktische samenhang met de regel dat we in Nederland op de rechter weghelft rijden. Voor bestuurders van vennootschappen is het minder simpel. Met de invoering van ons nieuwe Burgerlijk Wetboek in 1992 werd civiele aansprakelijkheid van bestuurders nog meer dan tevoren opgehangen aan ‘open normen’. Bestuurders zijn jegens de vennootschap gehouden tot een ‘behoorlijke taakvervulling’. Als zij dat niet doen, dan kan dat leiden tot aansprakelijkheid richting de vennootschap. Jegens schuldeisers van de vennootschap kan de bestuurder extern aansprakelijk zijn als hij heeft gehandeld ‘in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt’. Maar wat is dat dan precies? En wanneer handelt hij onbehoorlijk?
Uitleg van begrippen in de jurisprudentie: iedere zaak is anders
De civiele aansprakelijkheidsnormen moeten in het concrete individuele geval worden ‘ingevuld’ en uitgewerkt door de rechter. Bestuurdersaansprakelijkheid is daarmee in hoge mate zeer casuïstisch ‘rechtersrecht’. Of een bestuurder ‘onbehoorlijk’ heeft gehandeld, moet worden afgeleid uit de jurisprudentie. Dat levert steevast voer voor discussie op, omdat geen twee zaken precies hetzelfde zijn. Zij lijken hoogstens op elkaar.
Algemene stelregels
Niettemin heeft de Hoge Raad door de jaren heen wel enkele algemene stelregels geformuleerd. Zo mag een bestuurder zijn BV geen verplichtingen laten aangaan waarvan hij weet of redelijkerwijze behoort te begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en deze geen verhaal zou bieden.
Andere ongeoorloofde handelingen kunnen bijvoorbeeld zijn: het doen van selectieve betalingen; het nalaten om voldoende deskundig advies in te winnen over belangrijke transacties; het gebruik van activa van de vennootschap voor privédoeleinden; het nalaten om de kredietwaardigheid van de contractspartners te verifiëren, of het doen van onverantwoorde investeringen.
Maar ook: het nalaten om de schulden van de vennootschap te voldoen, indien voldoende geld binnen de vennootschap aanwezig is (betalingsonwil) of het verstrekken van leningen aan vrienden of familie tegen voorwaarden die niet at arms length zijn te beschouwen.
Wat vindt de maatschappij?
De aansprakelijkheidsnormen reflecteren hetgeen de maatschappij in een bepaald tijdsgewricht redelijk en eerlijk vindt. Dat is aan (langzame) verandering onderhevig.
Governance regels
Zo is de afgelopen jaren een duidelijke tendens waarneembaar van toenemende importantie van governance regels. Bestuurders die onvoldoende werk maken van toezicht, inspraak, medezeggenschap en zelfregulering, begeven zich in de gevarenzone.
Uniformering van normen
Verschillende aansprakelijkheidsnormen voor zowel bestuurders als toezichthouders zijn langzaam naar elkaar toegegroeid en geüniformeerd. Met de recente invoering van de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen is die uniformering ook deels verankerd in de wet.
Anti misbruikwetgeving
Anti misbruikwetten zijn de afgelopen jaren aangevuld en versterkt met de implementatie van opvolgende Europese anti witwas richtlijnen. Tegelijkertijd heeft ons hoogste rechtscollege recent ook enige nuanceringen aangebracht bij de toch tamelijk starre bepalingen rondom de melding van betalingsonmacht en bewijsvermoedens bij faillissement.
Meer weten?
De meeste bestuurders houden zich liever bezig met besturen dan met wet- en regelgeving over bestuursnormen. Toch wordt van hen een prudent bestuur verwacht. Over het fijnmazige en beweeglijke normenkader voor bestuurders en toezichthouders verschijnt binnenkort daarom een whitepaper. U kunt natuurlijk ook altijd contact opnemen met de advocaten van ons team ondernemingsrecht.