Wie beslist over de prik?
Tot 12 jaar is het helder: de ouders beslissen (als zij het gezag hebben). Die helderheid is er ook vanaf 16 jaar: vanaf dan beslist het kind. Van 12 tot 16 ligt het ingewikkelder. In die periode is er toestemming nodig van ouder(s) én kind. Wat als zij het niet met elkaar eens zijn? Wat als een kind tussen 12 en 16 de vaccinatie wil, maar de ouders niet? Dan mag het kind kiezen, zolang het dit weloverwogen blijft wensen.
Eerste uitspraken binnen
Men kon het verwachten: de eerste uitspraken over vaccineren binnen het gezin zijn binnen. Wij lichten één recente casus uit. Uit deze beschikking volgt de inmiddels bekende regel: bij onenigheid over vaccineren tussen 12 en 16 kiest het kind, mits dit ernstig nadeel afwendt én het kind dit weloverwogen blijft wensen.
Recente casus
Rechtbank Gelderland, 5 november 2021: een jongen (ouder dan 12, nog geen 16) wil graag gevaccineerd worden. Hij wil niet ziek worden, wil mee kunnen doen aan activiteiten buitenshuis én zijn omgeving niet kunnen besmetten. Vader heeft alleen het gezag en stemt niet in. Moeder stemt in, maar heeft geen gezag. De jongen heeft uitvoerig met derden (hulpverleners) gesproken over zijn beweegredenen, maar ook over de voor- en nadelen van een vaccinatie.
Oordeel rechter
De rechter volgt de regel uit de wet, art. 7:450 lid 2 BW. Voor iedere behandeling is toestemming van de patiënt vereist. Is die patiënt tussen 12 en 16, dan vergt dat toestemming van (gezagdragende) ouders én kind. Wil het kind wél, de ouders niet? Dan kiest het kind, onder twee voorwaarden: 1) de ingreep moet nodig zijn om ernstig nadeel voor de patiënt te voorkomen, én 2) het kind blijft de ingreep weloverwogen wensen.
Uiteindelijk bepaalt de kinderrechter dat er geen beslissing nodig is. Van beide eisen is volgens de rechter sprake. Het kind kan zich dus bij de GGD melden en zich laten vaccineren. Vanuit praktisch oogpunt heeft de rechter dit ook zo opgeschreven; waarschijnlijk zodat het kind dit besluit ook aan de GGD kan laten zien.
Weloverwogen (blijven) wensen?
Het is niet niets, de wens van een kind onder zestien volgen, wanneer ouders niet instemmen. Op medisch beroepsbeoefenaren rust dan ook een belangrijke plicht. Neem het kind apart, en bespreek zijn/haar beweegredenen. Blijft het kind dit ook na de weigering van de ouders én toelichting wensen? Dan mag je de wens van het kind volgen. Vergeet niet de afwegingen van het kind (en je eigen afwegingen) in het dossier te noteren.
Tot slot
Wij weten dat de discussie over vaccineren een grote impact op gezinnen én hulpverleners heeft. Ontstaat er tussen kinderen en ouders een verschil van mening, is het dus steeds zoeken naar een oplossing. Neem gerust contact met ons op als een dergelijke situatie zich voordoet, of bij vragen over het bovenstaande.
Anne Vokurka-Viruly (gezondheidsrecht) en Hilde Dreesmann-Bruijntjes (familierecht)