
In veel huwelijkse voorwaarden staat een koude uitsluiting met een ‘periodiek verrekenbeding’. Echtelieden spreken daarin veelal af jaarlijks te kijken wat er is verdiend en wat er is uitgegeven aan de kosten van de huishouding en de verschuldigde belasting. Wat daarvan overblijft, moet worden verrekend. Maar, als echtelieden niet jaarlijks verrekenen, dan stelt de wet dat het bij het einde van het huwelijk aanwezige vermogen wordt vermoed te zijn gevormd uit hetgeen verrekend had moeten worden. Met andere woorden: het vermogen dat aanwezig is moet (behoudens uitzonderingen) bij helfte worden verrekend.
Alhoewel de meeste echtelieden na het sluiten van hun huwelijk hun huwelijkse voorwaarden in de kast stoppen en nooit meer aan de gemaakte afspraken denken, kom ik zo af en toe ook scheidende echtelieden tegen die wel jaarlijks verrekenen. Soms maken ze daar zelfs afspraken op papier over. Helaas kunnen zij dan nog steeds van een koude kermis thuiskomen. De verrekening moet namelijk wel plaatsvinden aan de hand van de afspraken uit de huwelijkse voorwaarden en de beschikbare cijfers over ieders inkomsten en kosten van de huishouding. Anders blijkt half werk géén werk.
In een uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch hierover speelde het volgende. Partijen waren van 1991 tot 2015 gehuwd geweest. In de huwelijkse voorwaarden was een periodiek verrekenbeding opgenomen. Partijen hadden in de maand december van de jaren 2006, 2009, 2010, 2011 en 2012 een “verklaring inzake jaarlijkse verrekening” ondertekend. Daarin verklaarden zij, kort samengevat, dat zij conform hun huwelijkse voorwaarden hadden verrekend.
In de echtscheidingsprocedure stelde de vrouw dat hun volledige vermogen bij het einde van hun huwelijk alsnog verrekend moest worden. Bij het opstellen van de verklaringen hadden partijen niet vastgesteld wat hun inkomsten en kosten van hun huishouding waren en geen berekeningen gemaakt. Het verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden van partijen schreef precies voor hoe deze berekening gemaakt had moeten worden.
De man erkende dat deze berekeningen niet waren gemaakt. Het Hof gaf de vrouw daarom gelijk en oordeelde dat partijen niet aan hun (periodieke) verrekenplicht hadden voldaan. De ondertekende verklaringen vormen daarvoor onvoldoende bewijs. Het volledige vermogen van partijen moest daarom verrekend worden.
Kortom: als u besluit om ieder jaar met elkaar af te rekenen, doe het dan goed. Zorg dan dat u over de benodigde gegevens van uw inkomen en lasten beschikt en dat u een berekening in overeenstemming met het verrekenbeding maakt.
Heeft u vragen over uw huwelijkse voorwaarden, neem dan contact op met Francesco van der Linden.