Met enige regelmaat meldt zich op kantoor een ondernemer die enigerlei vorm van samenwerking is aangegaan zonder (duidelijke) afspraken op papier. De samenwerking is vervolgens is niet geworden wat men ervan had verwacht en men wil er daarom mee stoppen of beiden willen verschillende kanten op.
De vraag aan de advocaat is dan vaak of hij in zijn trukendoos een probaat middel heeft om ervoor te zorgen dat de ander doet wat er van hem wordt verlangd. Soms lukt dat, maar vaak ook niet.
Het is daarom van groot belang om aan het begin van een samenwerking goed na te denken over de vormgeving daarvan en – onder meer – ook over de mogelijke tussentijdse wijziging of zelfs toekomstige beëindiging.
Welke vorm is passend?
Samenwerkingsverbanden kennen verschillende verschijningsvormen. Dat geldt dus ook voor de juridische vormgeving ervan. Afhankelijk van de aard en de omvang van de samenwerking moet allereerst een passende ondernemingsvorm worden gekozen. Die kan variëren van een zelfstandige rechtspersoon waarin partijen participeren als aandeelhouders, of bijvoorbeeld als leden van een coöperatie, tot een samenwerking op basis van een overeenkomst. Dat kan een vennootschaps- of maatschapsovereenkomst zijn – op basis van winstdeling dan wel op basis van enkel kostendeling -, maar ook bijvoorbeeld een overeenkomst van opdracht of een op maat gesneden samenwerkingsovereenkomst.
Schoenmaker, hou je bij je leest
Of er nu een aandeelhoudersovereenkomst moet komen, ledenovereenkomsten, of een andersoortig contract: de formulering daarvan luistert nauw en is keer op keer maatwerk. Laat u geen ‘modelletje van internet’ aansmeren, want dat helpt u niet zelden van de regen in de drup.
Want let op: hoe een overeenkomst achteraf gekwalificeerd wordt, hangt af van de inhoud en niet van het etiket dat erop is geplakt. Wat u bijvoorbeeld niet wilt, is dat uw samenwerking postuum wordt bestempeld als bijvoorbeeld een arbeidsovereenkomst of huurovereenkomst, met alle juridische gevolgen van dien.
Regeren is vooruitzien
Vertrouwen is mooi, maar een deugdelijke overeenkomst is beter. De samenwerking is vaak beter bestand tegen een stootje wanneer er bij aanvang is nagedacht over hoe moet worden omgegaan met in de praktijk vaak terugkerende problemen.
Hoe om te gaan met nieuwe toetreders/investeerders? En met uittreders? Hoe kan men uit elkaar en tegen welke prijs? Is een ‘bad leaver’-regeling opportuun? Wensen partijen ‘tag-along’ en/ of ‘drag-along’ rechten op te nemen? Of juist niet? Welke garanties en vrijwaringen zijn opportuun? Moeten er concurrentiebeperkingen in stelling worden gebracht?
Allemaal zaken die een ervaren contractjurist met u doorneemt en verduidelijkt als u aan de vooravond staat van een nieuw zakelijk avontuur.
Goedkoop is duurkoop
Het opstellen, beoordelen, modelleren en/of redigeren van zakelijke overeenkomsten is vakwerk. Dat kost geld, maar vaak maar een fractie van de proceskosten die men kwijt is als bij de rechter moet worden geprocedeerd over onduidelijke afspraken of afspraken die op verschillende manieren kunnen worden uitgelegd. Het maakt de samenwerking bovendien zoveel vruchtbaarder als tevoren enigszins aan verwachtingsmanagement is gedaan.
Laat uw afspraken daarom in kaart brengen en vastleggen door een professioneel contractjurist. Raadpleeg Arjen Douma voor meer informatie.