Vanwege de coronapandemie zijn er veel achterstanden bij de rechtbank. Zaken liggen lang op de plank. Wanneer de verdeling van de waarde van de woning een punt van discussie is, kan dit betekenen dat partijen pas een jaar na het wisselen van de processtukken op zitting komen.
Van welke waarde van de woning gaat men dan uit? De waarde op het moment van feitelijke scheiding of de waarde per datum zitting? In de huidige woningmarkt kan een jaar zomaar € 50.000,00 in waarde schelen en betekenen dat diegene die in de woning achterblijft de woning niet kan overnemen.
Ik verwacht dat dit probleem zich steeds meer gaat voordoen. Welke regels gelden er dan?
Welke goederen moeten verdeeld worden?
Bij een gemeenschap van goederen geldt als uitgangspunt dat de omvang van de gemeenschap wordt bepaald op de datum van indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding (mits de scheiding ook daadwerkelijk volgt). De dag dat de brief naar de rechtbank gaat dus.
Anders gezegd, alle gemeenschapsgoederen die per die peildatum bestaan, moeten verdeeld worden. Goederen die daarna gekocht worden of rekeningen die geopend worden na die datum bijvoorbeeld niet. Heldere regel lijkt mij.
Welke waarde hebben deze goederen?
Nu we weten welke goederen verdeeld moeten worden, is het de vraag welke waarde deze goederen hebben? Of anders geformuleerd: op welke datum moet de waarde worden vastgesteld?
Het uitgangspunt is dat de waarde van de goederen wordt vastgesteld op de datum van feitelijke verdeling. Hiermee wordt bedoeld de datum waarop de toedeling van de woning is bepaald. Bijvoorbeeld de datum waarop de rechter zijn beslissing geeft of de datum waarop partijen tot een verdelingsafspraak komen. Indien partijen er niet uitkomen en de datum van de beschikking van de rechter leidend wordt, dan kan dit moment zomaar een jaar later zijn dan het moment waarop één van de twee partijen de woning heeft verlaten.
Achterblijvers kunnen de woning soms niet of moeilijker financieren
In de praktijk zien wij dat de belangen snel uiteen lopen. De achterblijver wil een zo laag mogelijke waarde, de vertrekker een zo hoog mogelijke waarde. Als de waarde van een woning in korte tijd aanzienlijk is gestegen, kunnen veel achterblijvers de woning niet meer financieren of moeten een veel hogere lening (zelfs met hogere rente) aangaan. Dit voelt wrang, zeker als zij vaak al een jaar lang de kosten voor deze woning betalen.
Andere peildatum voor de waarde
Indien partijen elkaar enigszins tegemoet willen komen, kunnen partijen zelf altijd een andere peildatum afspreken. Ook is het mogelijk om een afwijkende peildatum te bepleiten bij de rechter. Uit de jurisprudentie volgt wel dat het vaak ingewikkeld is en dat enkel tijdsverloop onvoldoende is om af te wijken van de peildatum.
Wanneer kan wel van de peildatum worden afgeweken?
In de uitspraak van de Hoge Raad van 22 april 2022 bekrachtigt de Hoge Raad dat afwijken van de peildatum mogelijk is, indien de eisen van redelijkheid en billijkheid daartoe aanleiding geven. In deze zaak had mevrouw een garage verbouwd tot woonruimte voor haar gehandicapte zus na het indienen van het verzoekschrift tot echtscheiding. De Hoge Raad vond dat de waardevermeerdering van de woning als gevolg van deze verbouwing de man niet ten goede behoorde te komen.
Wat zijn nou de eisen van redelijkheid en billijkheid en goede argumenten?
Enkel tijdverloop is dus onvoldoende. Het is van belang om per zaak concreet aan te geven wat de gevolgen zijn en voor wiens rekening deze gevolgen dienen te komen. Bijvoorbeeld:
- de lange wachttijden
- de stijging van de huizenprijzen
- de stijging van de hypotheekrente
- het feit dat partijen overeenstemming hebben over de toedeling van de woning maar niet de waarde
- de (on)mogelijkheid om de woning nog langer over te nemen terwijl de woning bijvoorbeeld de basis is van de kinderen
- wie de lasten van de woning betaalt en
- of er een gebruikersvergoeding voor de woning wordt voldaan
Vervolgens is het van belang om te motiveren waarom het in dit geval redelijk is om deze risico’s af te wentelen op de andere partij.
Win advies in!
Win dus in een zo vroeg stadium advies in van een advocaat, omdat niet alle omstandigheden van het geval aanleiding geven om af te wijken. Daarnaast is het ook zaak om snel te schakelen.
Eventueel zou de pilot ‘Gezamenlijke Toegang Ouders’ ofwel PGTO uitkomst kunnen bieden. In deze pilot staan partijen in ieder geval binnen 6 weken op zitting! (Zie mijn eerdere blog hierover.)
Vragen? Neem contact op met Hilde Dreesmann of iemand van de familierechtsectie van ScheerSanders Advocaten.